Het onderzoeksteam

Müge Küçükaksu, MSc

Müge Küçükaksu, MSc

Promovenda bij de Vrije Universiteit Amsterdam.

Müge is opgeleid als psycholoog en sinds 2018 betrokken bij onderzoek naar complexe psychische aandoeningen.

‘’Ik heb een grote interesse en belangstelling voor een holistische benadering binnen de geestelijke gezondheidszorg. Het is essentieel dat fysieke en mentale gezondheid en gerelateerde leefstijlfactoren (zoals roken) niet meer apart worden beschouwd. Stoppen met roken is een stap vooruit voor psychisch en fysiek welzijn.’’

Lola Jansen, MSc

Lola Jansen, MSc

Onderzoeksmedewerker bij de Vrije Universiteit Amsterdam

Lola is opgeleid als neurobioloog en heeft zich tijdens haar studie gefocust op psychische aandoeningen.

‘’Ik vind het belangrijk dat mensen zich zowel fysiek als mentaal goed voelen. Mensen met een psychische aandoening kunnen meer moeite hebben met stoppen met roken. Hopelijk zal ons project de juiste ondersteuning bieden voor het stoppen met roken, omdat dit bijdraagt aan fysiek en mentaal welzijn! ’’

Sanne Helmig, MSc

Sanne Helmig, MSc

Onderzoeksmedewerker bij de Vrije Universiteit Amsterdam

Sanne is afgestudeerd in de master International Public Health en heeft een grote interesse in onderzoeksvraagstukken met betrekking tot leefstijl.

“Ik vind het belangrijk dat er meer aandacht wordt besteed aan het aannemen van een (duurzame) gezonde leefstijl. Stoppen met roken is hierbij een belangrijk aspect. Hopelijk biedt ons project de juiste ondersteuning en handvaten om te stoppen met roken.

Stoppen met roken is niet alleen belangrijk voor een gezonde leefstijl, het heeft ook een positieve impact op het fysiek en mentaal welzijn en het vermindert de kans op de door roken veroorzaakte gezondheidsrisico’s.”

Dr. Marcel Adriaanse

Dr. Marcel Adriaanse

Universitair hoofddocent aan de Vrije Universiteit Amsterdam en projectleider Gezondheidsgedrag & Chronische ziekten bij het Amsterdam Public Health Instituut

Marcels onderzoek richt zich op leefstijl (interventies) in de psychiatrie. Hij is projectleider van een stoppen-met-roken programma voor mensen met een ernstige psychiatrische aandoening die ambulante zorg krijgen.

‘’Stoppen-met-roken programma’s worden nog veel te weinig ingezet in de GGZ. Stoppen met roken levert cliënten zowel mentale als fysieke gezondheidswinst op. Het is daarom de hoogste tijd dat stoppen-met-roken programma’s effectief worden ingezet. Onderzoekers, zorgprofessionals en organisaties zijn nu aan zet.

Ons motto:

Op weg naar een rookvrije GGZ voor cliënten, zorgprofessionals en organisaties! Niet-roken wordt het “nieuwe normaal”.’’

Dr. Trynke Hoekstra

Dr. Trynke Hoekstra

Universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam

Trynke is opgeleid als biomedisch wetenschapper en epidemioloog en heeft een brede onderzoeksinteresse. Zij houdt zich onder andere bezig met methodologische vraagstukken, onderzoek op het gebied van internationale volksgezondheid en onderzoek naar leefstijlbevordering in de revalidatiekliniek. Sinds kort is zij betrokken bij onderzoek naar stoppen-met-roken programma’s in de GGZ.

‘’Stoppen met roken in de GGZ is een complex en uitdagend vraagstuk. Ik draag graag mijn methodologische steentje hieraan bij en hoop tegelijkertijd de komende jaren veel te leren over deze context.’’

Prof. dr. Berno van Meijel

Prof. dr. Berno van Meijel

Lector en hoogleraar GGZ-verpleegkunde (Hogeschool Inholland, Amsterdam UMC en Parnassia Groep)

Berno wil met zijn onderzoek bijdragen aan de kwaliteit van de (verpleegkundige) zorg in de geestelijke gezondheidszorg. Het bevorderen van leefstijl en fysieke gezondheid van patiënten in de GGZ krijgt bijzondere aandacht in zijn onderzoeksprogramma.

‘’Patiënten die langdurige behandeling ontvangen in de GGZ roken bovengemiddeld veel, wat navenante gezondheidsrisico’s oplevert. Als professionals in de GGZ besteden we hier veel te weinig aandacht aan. We kunnen meer doen om patiënten te motiveren om te stoppen met roken en hen hier doelgericht bij te ondersteunen. Ons project biedt een mooie interventie om hier werk van te maken. En als hulpverleners in de GGZ zelf het goede voorbeeld geven door te stoppen … dat zou extra (grote) winst betekenen!’’